Opwaartsche Wegen. Jaargang 4(1926-1927)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Goede vrijdag door W.A.P. Smit. I. Zooals een vleermuis, aan het hout Gespijkerd van een boerendeur, In 't sterven langzaam-aan vergrauwt En, dood, een vod wordt zonder kleur - Zooals in het bezaaide land Een doode kraai, die op den wind Zich wiegt aan een verrafeld band, In goorheid zijn vergaan begint - Zoo is aan U de dood verricht En reeds Uw lijf verstard tot vaal: Maar Uw gelaat draagt nog het licht Als in een transparanten graal! In 't donker laayend bloeit de brand, Die door de broze wanden slaat: Want lichtende houdt God daar stand, Die eeuwig is en nooit vergaat! [pagina 50] [p. 50] II. Zooals een vrouw haar pijnen lijdt Om 't liefste, dat uit haar begint, En in de felste pijnen strijdt Om 't aarz'lend leven van haar kind - Zooals mijn Moeder duldloos leed En daalde tot den grens der dood, Maar door haar pijn mij worden deed En mateloos het leven bood - Zoo, Christus aan het kruis, zijt Gij Een Moeder in den greep der pijn, Dat met U, als Uw kindren, wij In 't zelfde leven zullen zijn! O Moeder, die de Christus heet En deze hoogste Liefde zijt, Voor wie ons hart geen beden weet Dan: Jezus Christus, o Gij lijdt - - Vorige Volgende