Opwaartsche Wegen. Jaargang 3(1925-1926)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] [Nummer 3] Man en Vrouw door E.L.S. Naar Fr. Hebbel. De vrouw draagt al haar rijkdom met zich mede Haar schatten zijn altijd geheel haar eigen. Haar aandacht kan wel tot de sterren stijgen, Maar sluit zichzelve af in klaren vrede. De man heeft eerder zelf 't geluk gemeden Schoon 't hem niet mijdt, hij kan het nimmer krijgen. Het lot moog' lachen of het moog' hem dreigen, Hij houdt niet op, de wereld om te smeden. Gelijk een reddingslijn is haar het leven, Z'omklemt die, huivrend voor de donkre golven Vlak onder haar, maar drinkt des hemels winden. Hij zal zich badend in de zee begeven En zoekt dan, in de duisternis bedolven, Of God zich in den donkren schoot laat vinden. Vorige Volgende