Opwaartsche Wegen. Jaargang 2(1924-1925)– [tijdschrift] Opwaartsche Wegen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 195] [p. 195] Op den dood van een grijsaard door A.S. Ik ga heen .... het blad ontvalt mijn dorre handen, Reeds wenkt gebiedend mij de strenge dood, Hij voert mijn ziel naar onbekende landen, Mijn lichaam legt hij in der aarde schoot. Ik ga heen .... Ik ben des levens moede, Mijn daagsche plichten waren mij een straf, Miskenning tuchtigde met wreede roede, En bitter onvoldaan zink ik in 't graf. Waarom roept Gij mij, God.... Mijn handen zijn nog ledig... Laat mij wat toeven.... De avond stemt zoo vredig.... Ik deins terug voor doods vergetelheid, En sidder voor Uw kille eeuwigheid! Vorige Volgende