Jeremias de Deckers Goede Vrijdag. Gedrukt door C. Nijpels op de persen der uitgevers Leiter - Nijpels te Maastricht MCMXXIII. Een houtsnede door Henri Jonas naar Rembrandts portret van den schrijver in de Ermitage te Petrogad versiert deze uitgave. De tekst is die van J. de Deckers. Rijmoefeningen tot Amsteldam bij Abraham van Blancken MDCLIX.
Deze groote omschrijving is nog uitvoeriger opgenomen in de mooie uitgaaf. 't Is werkelijk een goed verschijnsel dat een werk als dit een modernen herdruk beleeft. Als dit voorbeeld maar navolging mag vinden. Wat leest 't rustig en hoeveel meer geniet men, nu ook een 17 eeuwsch vers goed verzorgd is. Het werk zelf is te bekend, om er verder nog goeds van te zeggen. Ik hoop van harte, dat de uitgever met zulk een mooie uitgave zooveel succes zal hebben, dat men vele van onze oude werken zóó zal verzorgen.
Wel is 't aardig, dat er voor korten tijd in 't Handelsblad een artikeltje is opgenomen van de bekende Dordtsche archivaris J.L. van Dalen, die na lang zoekend in oude bescheiden betreffende de levensomstandigheden der familie De Decker, den juisten datum van 's dichters doop en het jaartal van zijn geboorte gevonden en voor de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde heeft vastgesteld. Ik neem hier een gedeelte daarvan over.
‘In de biografieën van Jeremias de Decker staat, dat zijn vader die protestantsch was geworden, door zijn roomsch gebleven Zuid-Nederlandsche verwanten aan zijn lot werd overgelaten, en dat hij het daardoor maar matig kon stellen. Ik twijfel aan die voorstelling door hetgeen hieronder volgt.
In 1590 (18 Nov.) werden in het trouwregister der Gereformeerde gemeente te Dordrecht ingeteekend: Jan de Decker, wedr. van Antwerpen, en Sara Dens j.d., mede van Antwerpen geboortig. Zij trouwden evenwel te Middelburg, maar vestigden zich te Dordrecht. Uit het huwelijk werden te Dordrecht geboren: Maria, gedoopt Maart 1596, en Sara, gedoopt Augustus 1601. Uit zijn vorig huwelijk had hij evenwel nog meer kinderen, o.a. twee zonen, nl. Jeremias, die 24 Sept. 1621 te Dordrecht aanteekende en te Amsterdam trouwde met Maycken (Maria) van der Heijden van Amsterdam; en David, cramer in 1619 later bijwatier, die 15 Mei 1618 huwde met Marycken Gijsbrecht Melsen dr. van Sliedrecht en in 1635 nog te Dordrecht woonde in het huis van zijn vader.
‘Jan of Hans de Decker, koopman, woonde te Dordrecht aan de Voorstraat bij de Wijnbrug tegenover St. Jans Gasthuis, en wordt soms ook cruydenier’ genoemd.
‘In 1607 woonde zijn broeder Abraham, geb. 1582 te Antwerpen, bij hem. Deze trouwde 3 April 1607 te Amsterdam met Maycken (Maria) van den Bremde(n), welk huwelijk ook te Dordrecht werd ingeschreven op 18 Maart.
Het eerste kind uit dien echt geboren was Jeremias, gedoopt Aug. 1609. Deze is de bekende dichter, wiens geboortejaar men tot nog toe slechts giste.
Een tweede zoon Johannes werd gedoopt Juni 1611 en was later makelaar te Amsterdam. De overige vier kinderen van Abraham werden te Amsterdam geboren waar hij zich omstreeks 1616 gevestigd had, en 16 Mei 1658 overleed; o.a. Abraham ged. 1 Nov. 1619, overleden aan de pest 1 Juli 1664; David, per schip “Walvisch” naar Batavia vertrokken en aldaar overleden, en een zuster Katharina, gehuwd met mr. Willem Verjannen, schoolmeester te Amsterdam. Nog een andere broeder D. de Decker wordt vermeld als uitgever van de gedichten van Jeremias.’
‘Ik meende dat bij deze herdruk deze bijzonderheid niet mocht ontbreken.
v. D.