Optima. Jaargang 2(1984)– [tijdschrift] Optima– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 162] [p. 162] Martin Bouwman Gebroken kinderkoppie En als ie dan de slaap niet vond - 't gordijn bewoog zo zacht, de ramen open op de grote zomer -, dan kwamen ze voorbij, voorover op de fiets, de goden van de nacht. Zij zongen weer dat lied. Dynamo's maalden gezangen. Hij wist de vreemde woorden niet. En via 't raam liep dan de donkere zolder - warm van de dag - vol van... tja verlangen. Ik zag goden. Het waren gewone Westlandse tuinderszonen, laat terug van het café, voor wie het weer vroeg dag zou zijn. De woorden waren van het zelfgemaakte Engels dat je toen wel hoorde. Dat die iets raakten. Zo klein als ie was wou ie dichter... kwam verlangen in plaats van erbij zijn. Vorige Volgende