na loopt vooruit en plukt boterbloemen, paardebloemen, margrieten, dovenetels en weegbree. In de verte, boven de dijk, cirkelen meeuwen.
Erna is blijven staan en laat een fleurig boeket van bloemen zien.
Thuis zetten we ze in een vaas, zegt Ina.
Erna staart een ogenblik naar de bloemen, dan drukt zij ze tegen zich aan, drukt het boeket plat.
Zo maak je ze stuk, zegt Ina en pakt het boeket af.
Achter de dijk klinkt het getoeter van een boot. De meeuwen krijsen en duiken naar beneden. Aan de waslijn bij een boerderij wapperen kussenslopen in de wind.
In een vaas, zegt Erna.
Ina, Wil en Erna op een schilderijententoonstelling in de stad. Er zijn hele oude en hele nieuwe schilderijen. Er is een schilderij dat De Verlossing heet en dat van de parketvloer tot aan het plafond reikt.
Daar heb je een ladder voor nodig om dat te schilderen, zegt Erna.
Ze staan voor een oud schilderij waarop een echtpaar is afgebeeld. Wil wijst naar de brandende kaars in de boven het echtpaar hangende kroonluchter.
De kaars brandt, terwijl het dag is. Bovendien is zij naar de raamzijde toegekeerd: dat symboliseert de aanwezigheid van God. De mandarijnen in de vensterbank symboliseren de reinheid. De hond, die aan de voeten van het echtpaar ligt, symboliseert de trouw. De man heeft zijn schoenen uit: dat symboliseert de nederigheid.
Symboliseren de kleuren achtereenvolgens hartstocht, rijkdom en reinheid, zegt Wil, de kleuren van het beddegoed...