De oprechte Zandvoorder speel-wagen
(1780)–Anoniem Opregte Zandvoorder speelwagen, De– AuteursrechtvrijStem: Ey set u Philida, &c.
HOe werckje niet Leeuwrick?
Hoe komt dat gy niet orgelt,
In dees uw Tinne Kerck:
Uw strotje dat soo gorgelt,
Daer 't niemant hoort te velden,
Ey lieve! laet uw gunst
[A]en ons gehoor eens melden,
Het wonder van u konst.
Toont dat gy danckbaer zijt,
Voortaen te blijven leven:
Voor 't zaet dat gy verslijt, Voor 't broodt dat wy u geven,
Voor soo veel klaver-sootjes,
En van soo verschen nat,
Van soo veel groene lootjes,
Als gy wel hebt gehadt.
L. Hoe sou ick arme dier,
Verheugen met mijn sangen,
't Gehoor van een Cypier,
Die my hier houdt gevangen,
'k En sal u niet bedriegen,
Ick acht noch brood noch zaet,
Voor dat gy my laet vliegen
Ten velde door weldaedt.
Mijn Schipper had my vry
Doen vaeren door 't gevleugelt,
| |
[pagina 85]
| |
En u gewelt heeft my
De vrye lucht geteugelt,
Ick hippel en ick wemel,
Mijn sang dient tot geschrey,
Want kooy en is geen hemel,
Noch sootjes is geen wey
Den Hemel mijn gewellif,
Al 'g groen gewas mijn voer,
Mijn Tafel gaf Godt sellif,
Hier beneden op de vloer:
Hoe souden my de kruymen, Verheugen van u Proy,
Daer ick den hemel ruymen
Moet voor een nauwe koy.
Soo gy dan met genucht
Mijn orgel wilt doen queelen,
Schenckt my de vrye vlucht,
En 't gorgeltje sal speelen:
Voor een die alle dingen
Schiep uyt een enckel oogh,
Dies plagt ick noyt te singen,
Dan als ick vloogh om hoogh.
|
|