Onze Stam. Jaargang 1911(1911)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 227] [p. 227] Proeve van Vertaling door H.C. Muller. Geen grooter smart kan rijzen Dan als wij in ellend' den tijd gedenken Van ons geluk: uw meester kan 't bewijzen! Maar wilt gij waarlijk zooveel aandacht schenken Aan onze liefde, hoe zij is verrezen, Hoor dan naar mijne stem, die tranen drenken: Eéns zaten wij, voor ons vermaak, te lezen Van Lancelot, hoe min hem heeft besprongen, Wij waren alleen, wij hadden niets te vreezen. Met schittrende oogen aan elkaar gedrongen, Dus zaten wij al lezend, bleek van wangen - Maar één plaats slechts heeft ons geheel bedwongen. Want toen wij lazen, hoe in scherts bevangen De minnaar zijn geliefde een kus dorst geven, Toen kuste hij, die steeds mij aan blijft hangen Mij op den mond; ik voelde gansch hem beven. Galeotto heette 't boek - die 't samenstelde - Het boek ging toe, maar wij zijn saamgebleven. Terwijl de eene schim mij dit vertelde, Hief d'ander zulk een weenen aan en klagen, Dat 't was alsof mijn kracht uit d'aadren snelde: En 'k ben als zielloos lichaam neergeslagen. Vorige Volgende