Onze Stam. Jaargang 1911(1911)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] Vrouwen. (Lied op bekende voois). Vrouwen, wat men moog beweren, Zijn voor ons noodzaaklijk kwaad, Ouwe heeren, jonge heeren Zijn met vrouwen nooit gebaat. Listig zijn zij en geslepen, Pakken ons met valschheid in, Vol van kunsten, vol van knepen, Zoo is iedre gemalin. 'n Vrouw heeft steeds een achterdeurtje, Waar zij iedren man mee vangt, Spoedig toont zij een humeurtje, Als zij 'n nieuwen hoed verlangt. Vrouwen, dat zijn advokaten, Groot in sluwheid en in list, Want zij kunnen beter praten Dan een goed geschoold jurist. Vrouwen kunnen kindren schenken, Kunnen spelen voor mama, Maar in al hun doen en denken Hapert meest de logika. Hoeden dragen zij met veêren, Rokken met een sleep of staart, Maar de schulden en de beeren Blijven voor den man bewaard. Flirten, lachen en koket zijn, Dat durft elke vrouw te doen, Maar wanneer zij eens in bed zijn, Pas dan op voor 't bedsermoen. [pagina 129] [p. 129] Appelbijtsters, stokpaardrijdsters, Hoedbenijdsters, keukenpraat! Voor ons, mannen en tirannen Zijt gij een noodzaaklijk kwaad. H.C.M. Vorige Volgende