Onze Stam. Jaargang 1911
(1911)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTooneelkroniek.Over de opvoering, in den Stadsschouwburg te Oostende, van Aan de Zeebaden, door Prof. Fr. Vanden Weghe - muziek van Theo Moreaux - en van Berouw, zielkundig drama in drie bedrijven door Prof. Vanden Weghe, wordt ons het volgende gemeld: Aan de Zeebaden. - Eene nieuwe oorspronkelijke Nederlandsche operetten-revue, welke ons aan de eigenaardige en aantrekkelijke tafereelen uit het Oostendsch zomerseizoen doet herinneren. | |
[pagina 96]
| |
Geen wonder dat er veel belangstelling werd betoond, te meer daar de componist tot hiertoe voor zooveel als totaal onbekend was Nooit hebben wij in de muziekwereld gehoord van een Theo Moreaux. Daarbij, voor 't eerst uitkomen met eene muzikale schepping voor operette bewerkt is geen alledaagsch verschijnsel; in den regel toont men zijne gaven eerst op meer bescheiden wijze, vooral als het wel en wee daarvan moet afhangen. Wij kunnen echter tot ons groot genoegen melden, dat heer Moreaux op zeer verdienstelijke wijze zijne intrede heeft gemaakt, en wij vragen ons onwillekeurig af, hoe het mogelijk is, dat een jong toonkunstenaar als de heer Theo Moreaux is, zoo bescheiden langen tijd voorheen op den achtergrond is gebleven. Zijne muzikale schepping getuigt van veel talent, uit zijn muziek spreekt veel gevoel en warmte, de orkestrale ineenzetting is vol schakeering, zuiver harmonisch, vol melodie stemmen de instrumenten, waardoor een voortreffelijk geheel wordt bereikt. Wij wenschen den heer Moreaux, dien wij de eer hebben u voor te stellen, met zijn eerste tooneelmuziekwerk, hertelijk geluk. Wat nu het libretto betreft, het bezit menige verdiensten. Het is vol leven en biedt verscheidene schilderachtige tafereeltjes aan. Wij moeten echter bekennen dat het onderwerp overvloedige stof geeft voor eene bewerking van meer beteekenis. Wat de spelers aangaat, buitengewoon te loven voor zijn optreden in deze operette is de heer Berckmans. Met de grootste aandacht hebben wij hem gevolgd. Mej. Vellini, in de rol van Ernestien, heeft haar voor te stellen persoon goed begrepen en weergegeven. Wij mogen ook het juffertje Decoster niet vergeten te vermelden die het ‘bloemenmeisje’ voorstelde. Deze heeft een goed dragend orgaan, en wist zich goed te doen verstaan, hetgeen niet altijd het geval was met de andere spelers. Bijzonder aantrekkelijk waren de dansen en zichten. Daar was beweging en plastiek. Alleen de finaal beviel ons niet evenzeer in dit opzicht. | |
II. Berouw.Als men den inhoud van ‘Berouw’ leest, moet men toegeven, dat de schrijver hier iets grootsch heeft aangedurfd en | |
[pagina 97]
| |
op het tooneel heeft gebracht. ‘Berouw’ mag gerangschikt worden onder de goede werken der vlaamsche tooneelletterkunde, en door zijne oorspronkelijkheid en door de erin uitgedrukte gedachten. Het stuk is verre van volmaakt te zijn, alhoewel het oneindig hooger staat dan zijn voorlaatste werk ‘Excelsior’. Met zijn laatste werk heeft Prof. Vanden Weghe een grooten stap vooruit gedaan en dat kan niet anders dan allen verheugen, hetgeen hem dan ook bewezen werd door de geestdriftige toejuichingen bij het einde van ieder bedrijf. Wij besluiten: ‘Berouw’ is een zeer verdienstelijk stuk, dat oneindig zou winnen door eene vertolking toevertrouwd aan nog bekwamer tooneelkunstenaars. De heer Deraedt, als Sander Vion, was in zijne gelaatsuitdrukkingen en mimiek in 't algemeen goed geslaagd. Door den grooteren schouwburg was die speler soms niet goed verstaanbaarGa naar voetnoot(1). Wat de andere spelers betreft, het dramatisch spel was in de meeste tooneelen goed. Het is te betreuren dat ‘Aan de Zeebaden’ en ‘Berouw’ zoo laat in 't seizoen en slechts éénmaal werden gespeeld. De schrijver en de componist verdienen meer aanmoediging om hun werk. In het toekomende seizoen moet op heropvoering aangegedrongen worden. De stukken zijn 't wel weerd. (Brugsch Handelsblad). Constant Hekels.
Zondag, had de eerste opvoering plaats van twee werken van professor Fr. Vanden Weghe: Berouw, drama in drie bedrijven, en Aan de Zeebaden, zangspel in 4 bedrijven. Voor dit laatste werk had de heer Moreaux het muzikaal gedeelte geleverd. Een talrijk en uitgelezen publiek woonde de vertooning bij. Zeggen wij 't maar in eens: de opvoering van een triomf, een echte triomf. Berouw, een drieakter vol soberheid, mag wel een zielkundig werk genoemd worden, dat tot het harte gaat. Vooral het tweede bedrijf maakte een goeden indruk. | |
[pagina 98]
| |
De heer Vanden Weghe werd ten tooneele geroepen, waar hem eene hartelijke, welgemeende en verdiende ovatie werd gebracht. Nu ging Aan de Zeebaden, dat het publiek waarlijk in verrukking bracht. Het heele werk is als eene ontleding van het Oostendsche leven, en gaat uit van een besten opmerker. Frisch en tintelend muziek veraangenaamt de toestanden, en bijwijlen gaat een homerische schaterlach op bij het publiek, om de geestige toestanden. De heeren Vanden Weghe (voor den tekst) en Theo Moreaux (voor de muziek) verdienen onvoorwaardelijk lof. Ook het orkest, onder leiding van M.V. Hauchard, was puik. Eene tweede opvoering wordt te gemoet gezien. Spraak is er ook dat Aan de Zeebaden in den loop van 't seizoen in 't Fransch zou worden opgevoerd.
Vl. Gazet. |