Onze Stam. Jaargang 1911(1911)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] [Nummer 1] Nieuwjaar. 't Jaar is henen - en verdwenen Op de golven van den tijd, En daar zien we - weêrom 't Nieuwe, Dat voor goed het anker smijt. Wie zal raden - wat geladen Ligt in 't Schip zijn donk'ren schoot? Zijn het vruchten vol genuchten Oftewel van pijn en dood? Gansch den eersten en den meesten Pak, dien 't scheepsvolk brengt aan wal, Zijn al giften, zijn geschriften, Waar ‘Geluk!’ blinkt overal! Maar al 't ander, 't dekt malkander, Niemand weet wat het bevat; Wat houdt morgen zoo verborgen, Brengt het schade ofwel een schat? Zijn het dagen vol behagen, Vol van vriendschap, vol geluk; Gaan zij vluchten voor het zuchten Van de pijn en hertedruk? Zijn het dagen vol van klagen, Vol ellende, vol verdriet? Volgt verblijden op het lijden? Die 't voorspelt en 't weet het niet! [pagina 2] [p. 2] Morgen klemt men, morgen zwemt men In de vreugde en in 't genot; Morgen daalt men, morgen dwaalt men Heen en weêr: Daar is uw lot! Morgen 't schettren, morgen 't klettren Van de vreugde in overvloed; Morgen steur zijn en te leur zijn, Morgen vol van tegenspoed. Vele vrienden, die gij diendet Morgen kennen u niet meer, Voor goê daden slechts verraden! Morgen is vol hertezeer. Zoo is 't leven: Eeuwig streven Vol van angst welk d'hoop niet sust, Overwinnen... herbeginnen!... Nimmer, nimmer smaakt men rust. Morgen, morgen... weêrom zorgen; Meer nog dan de dag van heên; Morgen lijden, morgen strijden Erger nog dan in 't verleên. Overwinnen... herbeginnen Daar een nieuwe vijand daagt; Nooit de vrede... weêr gestreden, Weêr gevochten onversaagd! Zoo gaan w'henen, wijl de eene Dag volgt op den andren steeds; 't Schijnt zoo trage!... tot geslagen Zal de laatste uur zijn reeds. Met de blâren meêgevaren Die daar vielen van den boom; Met de baren weggevaren Snel vooruit op 's levensstroom! [pagina 3] [p. 3] Zien we 't nieuwjaar nog vernieuwen? Dat is uw geheim, o God, Gij, die morgen houdt verborgen, Meester, Gij, van 's menschen lot! Oostende, 1/1/1911. Dr Hillemans. Vorige Volgende