Onze Stam. Jaargang 1910(1910)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 257] [p. 257] Aan een Vleier. Kruipt gij uit een honigvat, Gij, die mij omkronkelt, Die me zeemzoet steeds omspat En met knipoogjes bemonkelt? Neen, gij komt recht uit de hel, En uw huid zoo bont bespikkeld, 't Is een killig slangenvel, Waarin gij me glibbrig wikkelt. 'k Voele later wis den beet Van dat vleiend, pruilrig mondje, Dat nu niets dan lachjes weet, Zoeter lijkt dan 't suikerklontje; Maar ik heb een Vlaamschen hiel, 'k Stamp hem op uw slangenmuile, Gij beloert mijn brave ziel, Dies me uw handdruk niet bevuile! 1907. Vorige Volgende