Onze Stam. Jaargang 1910
(1910)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 158]
| |
Onze Stam...pen in een plaatselijk Krentenblaadje.Sedert enkele weken, zijn wij het mikpunt van de pijlen van een vennootschap in galpillen, politieke kwakzalverij en spelaangelegenheden. We zouden die aanvallen onbeantwoord laten, indien de malle pretentie van zekere scribenten niet over haar hout ging. We zullen dus in een klein vertoog de beweegredenen van het Volksblad voor Oostende en het omliggende weerleggen of liever... uitkloppen. | |
I. Eerste aanval. - Het ‘Te Deum’.Als alle leeraars aan het athenaeum, hadden wij voor de eerste maal van onzen rangordelijken overste bericht ontvangen, dat wij gehouden werden, het te Deum bij te wonen, ter gelegenheid van de troonsbeklimming van Z.M. Koning Albrecht. Wij moesten het rondschrijven onderteekenen en het dienstorder klonk als een bevel. We trokken erheen, naast bekende aandeelhouders en medewerkers van het Volksblad. Dit lette niet, dat ‘De Volksgazet’ alléén ons op het oog had en tegen ons een rijmpje afschoot, waarin wij werden tentoongesteld als een brieschende leeuw van weleer, die volgde ‘de bend' als een lammeke zoet en teer’. Bij 't onderzoeken der drijfveeren van dien rijmelaar hebben we kunnen te weten komen, dat sedert jaren een beambte aan het zeewezen voetstappen aanwendt om een ‘tenue’ te verkrijgen met eene pen op de mouwen en een inktkoker op de pet, ten einde te kunnen tamelijk fatsoenlijk uitpakken... bij officieele gelegenheden!! En zeggen, dat er menschen zijn, die uiterst te vreden heeten, als ze kunnen voor den dag komen als Jan en allemanGa naar voetnoot(1). | |
II. Tweede aanval. - De Koninklijke galerij.Wijlen de koning Leopold II heeft te Oostende een prachtig plan verwezenlijkt door het ontwerpen van die gaanderij, waar de talrijke wandelaars beschutting onder vinden, bij stortregens of verzengende zonnestralen. Het krentenblaadje waterde eventjes tegen die babyloonsche galerij als een onschuldig keffertje en tegen het evenbeeld van de kongreskolom, Leopold II zelven. Dat niets omverviel door die daad | |
[pagina 159]
| |
zal men algauw beseffen. Het proletariaat, dat Oostende bezoekt en nog den weg der volkshotels niet kent, kan overigens daar zijn eten en drinken nutten. Men is democraat ofte niet! Van de twee volksgezindheden verkies ik die van Z.M. Leopold II boven die van de duitenklievers uit de volksgazet. | |
III. Taalkemels of de splinter en de balk.Ter gelegenheid van de tentoonstelling voor schilder- en beeldhouwwerk, seinden wij, dat verscheidene kunstenaars ‘doeken’ hadden tentoongesteld. Het schijnt echter, dat onder de tafereelen er ook ‘pastels’ waren. Wij hebben het tegenovergestelde niet beweerd, maar spraken in ‘algemeenen zin’. Maar eilieve! de opstelraad herleze even zijn doodbericht over Z.M. Leopold II, waarin in plaats... der leeuwen ‘de kemels dansten’. En nu nog lees ik in het laatste nummer, dat ‘de Zeebloem’ op de bres staat en dat ik niet ‘rechtzinnig’ ben (lees oprecht a.u.b.). En dan word ik ook al een leugenaar, omdat ik verklarende schrijf, dat ik niets te maken heb met de kronijk van ‘gebroken beenen’ uit zeker bladen, er enkel soms wat aan kunstkronijk doe. Waar haalt die volksgazettier het recht mij zonder reden of voorwendsel als dusdanig te bestempelen? En verder luidt het, dat ik over me zelven lof schrijf ‘die stinkt’, als ik vlakaf geweigerd heb, een verslag in te dienen over mijn voordracht maar mijne voor de vuist gegeven toespraak nog al getrouw trachtte weer te geven en ze alzoo opstuurde aan ‘L'Echo d'Ostende’, den opstelraad vrij latend er over te oordeelen naar goeddunken. En zoo handel ik steeds, alhoewel niemand me zou kunnen kwalijk nemen, dat ik van eene voordracht een syllabus zou indienen of op aanvraag biografische notas zou mededeelen, wat door iedereen gedaan wordt, ten bate der Vlaamsche Beweging. | |
IV. Spreekbeurten en Vlaamsche tucht.De katholieke flaminganten geven, sedert eenigen tijd, goede voordrachten van Hoogeschooluitbreiding. In het Brugsch Handelsblad, eene onzijdige en ‘onpartijdige uitgave’, vermeldden wij die voordrachten; we zegden er zelfs goed van en wel namelijk van die van Em. Hullebroeck over het volkslied, van die van Dr Vermeersch over de tering en die van Dr Van Passel over spreek- en schrijftaal. Dat deze voordrachten op Vlaamsch gebied wel nut stichten blijkt uit de vele katholieke burgers, die er aanwezig zijn en niet ten stadhuize | |
[pagina 160]
| |
verschijnen; vooral de priesters worden door de katholieke hoogeschooluitbreiding gewonnen voor de Vlaamsche Beweging, en wij meenen, dat het ‘Volksblad’ den invloed van de geestelijken niet onderschat!!! Het Algemeen Nederlandsch Verbond heeft uit vrees, zijne toelage te verliezen, altijd aan de katholieke redenaars een mondslot opgelegd maar niettemin Z.E. Hugo Verriest uitgenoodigd en aldus een bewijs van mangel aan logica aan den dag gelegd. Het gevolg is geweest, dat de katholieke flaminganten eruit trokken, omdat ze moe waren, de tweede viool te spelen en er te moeten dansen, zooals onbeduidende kereltjes hun voorschuifelden. Waarom ook steeds willen gelijken op ‘La Grenouille qui veut se faire aussi grosse que le boeuf?’ Dat dansen naar de pijpen van ‘onbenullige’ penridders heeft nog andere verliezen gekost aan het ‘Algemeen Nederlandsch Verbond’ waar men zoo maar ongekozen verklaarde wie het wèl was en gekozen wie het niet was! Of denkt men misschien, dat wij ons zullen schikken naar de ukazen van de ‘Académie Silencieuse’, die zetelt in Tak en Volksgazet? Met evenveel recht zouden wij kunnen vragen, waarom het Volksblad onze Vlaamsche voordracht in den kunstkring niet bijwoonde, ze niet aankondigde, evenmin als Het Laatste Nieuws, maar wèl bezorgdheid over had voor het Fransch concert, dat op onze Vlaamsche voordracht volgde en er zelfs arnwezig was? Is dat logica in potten wellicht?Ga naar voetnoot(1) | |
V. ‘Onbenullig!’Het moest er uit en wel namelijk met het oog op ‘Onze Stam’, waaraan anthropologen medewerken als Dr L. Wilser, echte wereldberoemdheden, dichters als Dr Muller, wiens werken 400 nummers beslaan en waarvan wij de lijst zullen mededeelen, filologen als W. de Hoog naast frissche dichters als Julius Krekel en pittige zeggers als Dr Vermeersch. Er zijn uilen, die het zonlicht loochenen; maar hoe een blad van onze eigen richting zoo hatelijk kan zijn kunnen wij maar niet begrijpen.
De Hoofdopsteller van Onze Stam. Oostende, 20 April 1910. |
|