Onze Stam. Jaargang 1909
(1909)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
2.Ik liet mijn blikken om mij dwalen
Op 't oogestreelend, bont tapijt.
Waar blanke madeliefjes pralen
En dart'le ridders zich vermeien,
Waar 't beekje kabb'lend dooreglijdt
En montre vischjes spelemeien.
| |
3.'k Verlang naar U, ô lieve Lente,
Jaag Maart zijn buien ver van ons'
Mijn gaard zij ras een loovertente,
Die prijkt met bloem en bloesemkronen;
'k Verlang naar noest en blij gegons
En 's vinkjes dankbre vreugdetonen!
| |
4.Naar woudengroen en woudenlommer,
Waar 't wand'len is zoo goed, zoo zoet!
Verdrijf vertwijfeling en kommer,
Vervul ons hart met zaal'ge wonne,
Zend hoop en troost in ons gemoed
En pracht alom, ô lentezonne.
H. Schmidt.
|
|