Onze Stam. Jaargang 1907

[p. 293]

Heinrich Heine nagezongen.

Gij zijt gelijk een bloeme,
zoo lief, zoo rein, zoo teer;
ik blik u aan, en weemoed
glijdt in mijn harte neer.

Mij is 't, alsof ik de handen
op 't hoofd u leggen moet,
biddend, dat God u beware
zoo lief, zoo rein, zoo zoet.
_**_*
De roze, de lelie, de duive, de zonne,
beminde ik eens alle vol liefdewonne,
ik min ze niet meer, ik min nu alleene
die kleine, die reine, die fijne, die ééne.
Zij zelve, mijner liefde bronne,
is roze en is lelie, is duive en is zonne.

P.V.O.