Onze Stam. Jaargang 1907(1907)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 288] [p. 288] Jonge Liefde. Zoele zeewind zoevert zachte Langs het glinsterende zand, Streelt liefkoozende de lokken Van het kinderpaar aan 't strand. Blond is 't lieve, schalksche meisje Blozend, kriekenrood, haar wang, Vreugde flonkert in haar kijkers, 't Knaapje is schuchter nog, en bang. Jubblend pletsen ze in het water Met hun paarlemoeren voet, Schichtig hupplen beiden verder of elkander tegemoet. Vluchtig als een jonge reebok Loopt hij joelende haar na En kust haar de gulden lokken En noemt haar zijn wederga. Smeulend reeds in hunnen boezem Slaapt de zuivre, pure min, Later wellicht vuurge hartstocht Zindering van ziel en zin. Dat ze eilaas! toch niet verdwijne, Als een geurge wierookwalm, Die zich oplost in de ruimte; Als een lofzang zonder galm! Dat ze voortleve in hun harten, Weeldrig tiere en er gedij; Dat die liefde gulden vruchten Drage, dat zij eeuwig zij! Bergen. E. Tabary. Vorige Volgende