Onze Stam. Jaargang 1907(1907)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Sonnet. Aan Renaat Vande Winckel. De Lente doet de scheutjes springen al onder held'ren zonn'gen twijn; en uit de bruine schubjes fijn, er groene blaadjes zich ontwringen. De vijver ligt in blanken schijn; op 't water glijden lijze kringen; O! 'k wou nu wel 'n vogel zijn om alles luidkeels uit te zingen. Ach, kon ik maar m'n ziele beuren, m'n ziele met haar nokkend treuren, m'n ziele met haar hooploos lot! Ach, waar ook maar m'n Lente weder, ik knielde voor de zonne neder, en ik aanbad haar als m'n god! O. Sluyskens. Oostende, 18 April '05. Vorige Volgende