Onze Stam. Jaargang 1907
(1907)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 145]
| |
[Nummer 6] | |
Het Coremansvoorstel en de Grondwet.Ga naar voetnoot(1)De Coremanswet wordt door de Waalsche heethoofden bekampt alsof het vaderland zelf erdoor in gevaar gebracht werd; stout gesproken is half gevochten! denken die lawaai-makers, welke zelfs niet zouden aarzelen, den knapsten, taaisten en eerlijksten flamingant, Frans Reinhard, met vuist- en stokslagen te weerleggen, te dreigen ook al met omwenteling en bestuurlijke scheiding, en te vragen niet alléén het intrekken van het Coremansvoorstel, maar ook van de taalwet van 1883 in het officieel onderwijs.Ga naar voetnoot(2) Geene enkele bedreiging van dien aard maakt ons bang, want nooit zal een redelijk mensch overtuigd worden door de valsche, walsche leugens van ‘Le Soir’, den tolk van al die hansworsterijen. Men moet die artikelen maar lezen om dadelijk te merken, dat de Walen... van ‘Le Soir’ - want er zijn ook vele andere en goede Walen - met hun ééntaligheid willen blijven baas spelen over de vlaamsche wereldburgers en zich vetmesten in hunne luie onkunde, terwijl de Vlamingen hunne boekenkasten opproppen met Fransche werken en zich oneindig veel moeite getroosten om Fransch te leeren, ja zelfs hun lager onderwijs heelemaal verfranschen, hun hooger onderwijs insgelijks in die taal behouden, terwijl Holland en Duitschland daarop met verstomming staren. Intusschen doet het goed aan het hart, volgenden omzendbrief te lezen, uitgaande van den Liberalen Vlaamschen Bond van Antwerpen, die alle verspreiding verdient, vooral in ste- | |
[pagina 146]
| |
den als Brussel, Gent, Oostende, Leuven, waar men hem met aandacht behoorde te lezen: | |
Medeburgers,Voor de toekomst van onze Vlaamsche gewesten, voor hunne zedelijke en stoffelijke verheffing is de nieuwe Coremanswet van het allerhoogste belang. Gelijk ieder ander volk, moet ook het Vlaamsche volk onderwijs ontvangen in zijne eigen taal. Het Nederlandsch Onderwijs in de Moedertaal alleen leidt tot gezonde volksbeschaving. Dag aan dag moeten wij dit ideaal benaderen; stuk voor stuk het heilig volksrecht herwinnen. De voertaal van ons Middelbaar Onderwijs is nog altijd Fransch. Enkel heeft de wet van 15 Juni 1883 bepaald, dat zekere leervakken in het Nederlandsch zouden worden aangeleerd in de Staatsgestichten. Deze leervakken zijn: de Nederlandsche Taal, de Geschiedenis en Aardrijkskunde, de Natuurlijke Wetenschappen en de gronden van het Duitsch en het Engelsch. Een halve maatregel slechts! Toch heeft hij reeds de beste uitslagen opgeleverd. Zonder aan de kennis van het Fransch te schaden, bevorderde hij de algemeene verstandsontwikkeling der leerlingen en de verbreiding van het Nederlandsch tusschen de hoogere burgersklassen. De uitslagen der prijskampen werden beter. Een groot getal kweekelingen der Middelbare Staatsgestichten leerden de Nederlandsche Taal sierlijk spreken en schrijven: zoo bracht de wet van 15 Juni 1883 de hoogere burgerklassen nader tot het volk. Die heilzame wet wil Coremans ook op de vrije Middelbare Onderwijsgestichten toepassen.
Hij vraagt GELIJKHEID. Hij eischt, dat de zaak van het volk en van zijne taal boven alle partijbelang en boven elke winkelkwestie, worde verheven tot OPPERSTE WET. | |
[pagina 147]
| |
Alle eerlijke Vlamingen moeten de Coremanswet steunen. Hardnekkig en in alle omstandigheden moeten zij de vijanden van hunnen stam bekampen. De Coremanswet moet er door, trots alle listen en lagen, trots alle geweld en misbruik van macht, omdat zij steunt op een edel beginsel: GROOTERE VOLKSKRACHT DOOR DE MOEDERTAAL.
Het katholiek vlaamschgezind weekblad ‘Ons Recht’ schreef: ‘De leerlingen moeten nu reeds een volledig, door de Regeering vastbepaald programma volgen, en zij doen het: zij voegen het program bij de certificaten; zij laten zelfs zeer ootmoedig aan die heeren van de jury weten, hoeveel jaren de leerling gestudeerd heeft; welk gedeelte van elk vak hij elk jaar heeft geslikt; hoeveel uren klas hij wekelijks, gedurende al de studiejaren, voor elk vak heeft moeten bijwonen; geven de namen op van al de professors, die den leerling in al die vakken gedurende al die jaren hebben onderwezen... (Art. 11, Kon. Besluit 14 October 1890).’ Zoo is de toestand sedert bijna veertien jaren, en geen enkele vrije school heeft daarin iets ongrondwettelijks gevonden. Maar indien reeds genoemd Koninklijk besluit niet ingaat tegen de vrijheid van onderwijs, hoe kan men dan staande houden, dat Coremans' voorstel wél in strijd is met die vrijheid? Indien de Minister het recht heeft de vakken te bepalen, die de leerlingen van het middelbaar onderwijs moeten aanleeren, dan kan zulks a priori worden gedaan door den wetgever, die de hoogste macht is in den Staat. Indien de wetgever de vakken kan bepalen, die een leergang van middelbare studiën uitmaken, dan kan hij ook de taal voorschrijven, waarin dezelve zullen worden onderwezen. ‘Want, laat de grondwet het meerdere toe’, zegt te recht Dr Verbruggen, in zijn uitstekend vlugschrift over Coremans' wetsvoorstel, ‘dan laat zij ook het mindere toe’. Veroorlooft zij de regeling van de hoofdzaak, dat is: de nauwkeurige aanwijzing van de hoeveelheid wetenschappelijke begrippen, die de studenten | |
[pagina 148]
| |
moeten bezitten - dan gedoogt zij ook de regeling van de bijzaak - dat is: de bepaling van de taal, waarin die begripaangeleerd moeten worden. Kortom, met het oog op de vrijheid van Onderwijs, staat het Koninklijk besluit van 14 October 1890, tot Coremans' voorstel gelijk den inhoud tot den vorm. Dus, indien de wetgevers de leervakken of leerstoffen kan voorschrijven, dan kan hij insgelijks de leerwijze, dat is de voertaal, aanduiden. Dus, is Coremans' voorstel niet in strijd met artikel 17 der grondwet, en zoo vervalt het hoofdbezwaar van de franschgezinde partij. Dit voorstel is dus grondwettelijk. VLAMINGEN, houdt een oog in 't zeil en eischt eene wet, welke geen vermindering is van dat ontwerp! Werkt op uwe Volksvertegenwoordigers, opdat U recht wedervare! |
|