wend worden tot de verbetering van het tijdschrift, dat alleen verlangt om den naam der kunst, waaraan het gewijd is, met eere te mogen dragen.
Een uitvoerige uiteenzetting van het programma schijnt ons hier overbodig. Ieder beschaafd land bezit thans éen of meerdere tijdschriften, die geheel gewijd zijn aan beeldende kunst en waarin de kunst der Nederlanden - in historischen zin - dikwijls een eervolle plaats inneemt. Waarom zouden wij, Nederlanders van Noord en Zuid, niet een eigen kunsttijdschrift bezitten, een eigen orgaan, dat zoowel voor onszelf als voor vreemden de kracht en de zelfstandigheid van ons kunstleven bevestigt en bewijst?
De behoefte aan een dergelijke uitgave blijft bestaan, ook al ruimen andere tijdschriften soms gaarne een plaats in aan beeldende kunst, naast letterkunde, naast wetenschap, naast geschiedenis of archeologie. Het gebied dat Onze Kunst gekozen heeft, is duidelijk genoeg omschreven; het is uitgestrekt, want het omvat het verleden en het heden van een der rijkste en veelzijdigste kunstuitingen die de wereld heeft gekend, en die na ruim vijf eeuwen hoogen bloei nog zoo vol leven en gisting is.
Onze Kunst wil dit gebied helpen ontginnen, het beter doen kennen en waardeeren; zij zal, bij het verrichten van haar werk, alle hulpmiddelen ter hand nemen, waarover de moderne wetenschap beschikt; zij wil zich onderwerpen aan de wetenschappelijke discipline en van hare medewerkers in de allereerste plaats degelijke vakkennis verlangen; maar zij wil van de zuiver historische of archeologische studie haar hoofddoel niet maken; zij wil de kunst bestudeeren om de hooge verheuging, die het schoone kan geven; het zoeken en delven in de donkere schachten van het verleden zij haar een middel, maar geen doel; de schatten die er kunnen gevonden worden wil zij met vreugde aan het daglicht brengen en er vrijelijk van genieten; zij wil bij tijd en wijle de koelbloedigheid vergeten, die bij de zuiver objectieve beschouwing van een kunstwerk noodig is, om op te gaan in de geestdrift, welke dit kunstwerk opwekken kan. Zij wil leeren, opmerken, studeeren, weten, - maar alleen om inniger lief te krijgen.
Zoo trede deze zesde jaargang van Onze Kunst met verjongde en vernieuwde levenslust de wereld in. Naast zijn oude getrouwen hoopt het tijdschrift ook nu weer nieuwe sympathieën te mogen verwerven.