Kunstberichten van onze eigen correspondenten
Uit Amsterdam
Beursversiering te Amsterdam
Van den op dracht tot versiering der Nieuwe Beurs te Amsterdam kreeg Derkinderen het ruimste aandeel. De decoratie der zaal voor de Kamer van Koophandel heeft hij geheel als zijn taak aanvaard en reeds eenige jaren geleden werd daarvan een gewichtig deel volbracht, door het beschilderen van het groote raam. Maar volgens contract, in 1900 gesloten, zouden in 1902 ook reeds de schilderingen over de vier wanden voltooid zijn - en nu, in 1905, hadden we te berichten, dat de ontwerpen daarvan in Arti tentoongesteld waren! Deze groote vertraging van den arbeid heeft men echter niet op rekening van den kunstenaar te schuiven, maar vindt haar oorzaak in het terugkomen op de vastgestelde regelingen door de lastgevers zelf, waar door zelfs nu nog niet tot het definitief besluit is geraakt, dat den kunstenaar tot onbelemmerde uitvoering van zijn werk in staat stelt. Reeds in 1901 toch kon hij zijn eerste ontwerpteekeningen toonen. De tentoonstelling, hopen we nu maar, zal er toe bijgedragen hebben, om eindelijk wat schot te brengen in deze al te drijvende kwestie; de algemeene aandacht werd er nu nader op gevestigd. De omstandigheid, dat er tot uitvoering van monumentaal schilderwerk, ter opluistering van een openbaar gebouw werd last gegeven, raakt toch het publiek belang, - temeer als de taak is opgedragen aan een kunstenaar, die allereerst en nagenoeg allereenigst in ons land, daartoe berekend moet worden geacht. Het geldt hier de onderneming van een werk, dat, eenmaal opgericht, van onafzienbaren duur zal zijn. De genomen beslissing bij den keus van uitvoerder en diens concepten beteekent het voor de toekomst scheppen van een toestand, die dag aan dag, in de oogen van velen, een ergerlijke, dan wel een genoegelijke aanwezigheid zal zijn. Het komt helaas voor, dat de versiering van openbare gebouwen wordt toevertrouwd aan lieden, die achter een zekere verfijnde decorateursknaphandigheid hun volslagen gemis aan de werkelijke eigenschappen van den wandschilder willen
verschuilen. De heeren, die het last-geven tot versieren van de Beurs in handen hebben, schijnen althans meer besef te hebben van het gewicht hunner keusbepaling. Ook het resultaat der opdracht aan Roland Holst, kan in principieelen zin niet als een mistasten worden aangewezen en in het werk van Toorop, hoe men er over oordeelen moge, valt toch de aanwezigheid van den hoofdkaraktertrek der wandbeschildering niet te loochenen. Maar Derkinderen is hier allereerst de rechte man op de rechte plaats. Van het begin zijner loopbaan af heeft zijn streven zich in die lijn gezet. Aanvangende met zijn Processie van het H. Sacrament, tot aan de schilderingen in het gebouw van Levensverzekering op het Damrak, is er een vaste gang te bespeuren in de ontwikkeling van een kunstenaar, die, niet door de toevallige schikking van een wisselend ambieëren, maar uit de drijfkracht van aangeboren eigenschappen, tot het voortbrengen van versierende kunst en monumentale schilderwerken is gekomen.