eere van het feest zouden twee ridders met elkander kampen om de overwinning.
Hevig stormden de beide kampvechters op elkander in. Een der strijders trof zijne tegenpartij met een lange spies zoo hevig onder het vizier, dat deze achterover stortte en zich overwonnen moest verklaren.
De strijd man tegen man.
Vielen er bij zulk een steekspel soms dooden, 't was dan toch een eerlijk gevecht, waarbij het ridderlijk toeging.
In de dagen van Jacoba en Filips woedde er echter een hevige strijd tusschen de burgers, die Kabeljauwschen en de edelen, die Hoekschen werden genoemd en waarbij soms ongehoorde wreedheden werden bedreven.
Zoo werd de wakkere Jan van Schaffelaar, een Kabeljauwsch hoofdman, die zich op den 16den Juli 1482 met 18 ruiters in den kerktoren van Barneveld had verborgen, door eene bende Hoekschen gedwongen, zich van den torentrans naar beneden te werpen.