Onze Eeuw. Jaargang 24(1924)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 265] [p. 265] Gedichten Van C. Loeff. Schaduw. Door gouden reeks zich schakelende dagen, Wier stralend snoer mijn lichte leven is, Voer 'k met mij steeds het doffe, stille knagen Van nimmermoede pijn om het gemis Van ééne vreugd; een onbevredigd vragen En duist'ren drang naar weelde, die ik gis; Begeerten, tot vervulling nooit voldragen, Die 't hart bezwaren met haar duisternis. Zooals een vogel, die op stille vlerken Voort-drijvend, zwart is tegen lichte lucht, Doellooze zwerver, zwevend op zijn sterke Wijduit-gespreide, schaduw-duistre vlucht, Draag ik mijn hart door 's levens lichte perken, Verdonkerd door een nooit vervulde zucht. [pagina 266] [p. 266] Het lied. Wat weet ik dan wat waardelooze woorden, Tot plots een kracht hun leege rust verschrikt, Hen naar hun wezen zeker wetend wikt, De losse klanken bindend tot accoorden. Zoo wordt een lied! Wat nauw zichzelf behoorde, 't Verworpen woord, tot regelen geschikt, Met vaste rythmen wonderlijk omstrikt, Werd zang, die mijn verwonderd hart bekoorde. Zoo staat een woud van roerelooze pijnen Tot over zijne rust een windvlaag vaart, En in de stilt van 't starre zonneschijnen Onrustig over stugge toppen waart, Die voor dien druk in breede golven deinen, Dat vol een sluim'rend lied zich openbaart. [pagina 267] [p. 267] Glimlach. Gaat gij reeds nu ontwaken Hoewel 't nog donker is: Gij zult uw morgen maken Slechts tot één groot gemis Aan licht en zon. Verheugde U ooit de somb're nacht? Voor een volkomen vreugde Dient nog een wijl gewacht. Ik zie uw oogleên trillen: Zullen zij opengaan? Gij kunt het toch niet willen: Nog breekt de dag niet aan. De morgen zal u wekken Met stralend zonnelicht, Dat wond'ren zal ontdekken Waar gij uw oogen richt. Niets heeft zich hier bewogen; Toch werd uw rust gestoord; Zien uw gesloten oogen Een mij verborgen oord? Ik zie een glimlach spelen Om uwen stillen mond, Onmachtig te verhelen De vreugd, die g' ondervond. De glimlach gaat verloren; Uw slaap is weer gerust; Zaagt gij den morgen gloren Aan droomlands vage kust? Zoo trilt soms een voorspelling Van Lente in de lucht En wordt de Winterkwelling Glimlach om haar gerucht. Vorige Volgende