Onze Eeuw. Jaargang 19

[p. 226]

Het late lied
Door Oscar van Hoeve.

Voor U, die zwijdend naast me zat,
Een laten avond bij de zee,
Toen alles zachte stemmen had,
Toen alles zich belee -,

Voor U, die toen Uw handen lei
In een devoten boog
En met Uw oogen alles zei
Van wat Uw ziel bewoog -,

Van wat Uw hart geschonden had
Met pijnen en met spot,
Voordat het nog gevonden had
Het stroomend heil van God:

De rust, waaraan 't opstandig kind
Zijn wildheid stilt en koelt,
Omdat het zich in rust bezint
En d'eeuw'ge goedheid voelt -,

[p. 227]

 

Voor U, die dit mij liet verstaan,

 

- een blik die niet verglée,

 

- wijsheid, die als een vlag bleef staan

 

in mijn bewogen wee -,

 

 

 

Voor U heb ik een dankend woord,

 

Dat ik wel zeggen mag:

 

Het leven heeft geheime poort,

 

De sleutel is een lach.

 

 

 

Voor U, voor U dit late lied.

 

Ik won het bij de zee,

 

Toen alles zachte stemmen had

 

En, zingend, zich belee.

 

 

 

(voor Mevr. B.).