Onze Eeuw. Jaargang 4(1904)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 310] [p. 310] Duin-sonnetten Door Seerp Anema. I. Vaarwel. O weet ge 't wel, dat, als de zomer vlucht, de herfst nog enk'le dagen pleegt te geven, die met een adem van herboren leven te vullen schijnen aard en zee en lucht? Dan scheert de ziel, een zwaluw in haar vlucht nog eenmaal langs de zonnig-zoele dreven, waar Mei en zomer als herinnering zweven met snelle weelde, voor zichzelf beducht. Dier dagen ééne' blikte ik hoog van 't duin; de zonne dook naar 't kalme rijk der golven, het weenend hoofd met nevelen omwonden. 't Vaarwel van 't hart, dat sprakeloos bij 't puin, waarin z'n hoop voor immer ligt bedolven, z'n glimlach kent, heb ik haar nagezonden. [pagina 311] [p. 311] II. de kraanvogel. En krijschend zoekt de kraan het wachtend nest, als d' avondzonne, neigend naar de kimmen, het land, de zee en 't wolkenlooze west van stillen, avondlijken gloed ziet glimmen. Hij rekt den hals; z'n vleugelpogen prest den sluimerenden wind, den al te tragen voor 't harte dat verlangt, tot sneller dragen; hem antwoordt reeds van ver het luistrend nest. En Heere, als ik bij 't avondzonnedalen langs duin en zee een hart vol liefde beid, dan wacht mijn stem geen vreugdevol herhalen; of stil... is 't niet dat daar een ziele schreit, maar vèr, dat mijner vleug'len kracht mòet falen... O felste folt'ring van mijn eenzaamheid! [pagina 312] [p. 312] III. Avondstonde. Hoe dartelt als een heerde welig vee van ooi en lam en hooggerugde rammen het duinenleger langs de kalme zee, gedoopt in 't goud der laatste zonnevlammen. Geen herdersstaf beheerscht ze, zoo gedwee en willoos rijen zich haar ronde kammen, tot waar ze dalen in den groenen vree van wei en schaarsch omloofde eikenstammen. Daar in de vert met koelen najaarsdamp gesluierd, bidden spitse dorpetorens; elks naam is roep uit grijze erinnering. Des avondhemels eeuw'ge droomenlamp heft reeds in 't diepe zuid de zilv'ren horens en wijdt het peinzen aan wat lang verging. 's-Gravenhage, Sept. '04. Vorige Volgende