Ontmoeting. Jaargang 17
(1963-1964)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 302]
| |
BiddendeZo ben ik een dichter die bidt:
ik bid met heel mijn leven maar vooral met alle
bevleugelde woorden die als zaden vallen
als liefde mij ontroert en schudt.
Mijn stam van mens is niet zo hoog,
ik strek niet zo ver mijn takken,
maar al dieper laat ik mijn wortels zakken,
de biddende dat ik niet verdroog.
Het water, o het water verhoort,
het laat zich niet zoeken, het laat zich vinden,
het doet mij dragen en op de winden
zet in mijn zaad mijn bidden zich voort.
|
|