Ontmoeting. Jaargang 17
(1963-1964)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 203]
| |
10ik krijg veel
inwoning
vooral van
ouderen
ze zitten veel
voor 't raam
niets is hen bijna
onbekend
van wat ik
doe
zij weten
en passant
wat beter
voor mij is
ik niet
ik geloof dat
| |
[pagina 204]
| |
15een onweer
deed zijn komst
al wel vermoeden
maar dat het
door zou gaan
ik was te druk
de sterren
vielen wel
de zon hield
aan
de mensen lagen
als een landschap
open
het trof mij
nauwelijks
| |
17dat
zulke
verticalen
in de taal
nog kunnen
er komt geen eind aan
| |
18het dorp uit
de grens over
dat in gesprekken
grensoverschrijding
alleen mogelijk
bij jezelf
merk je dan
| |
[pagina 205]
| |
34om water
schreeuwen
bij de kraan
onder de zon
om licht
vragen
om voedsel
smeken
tussen het graan
er niet bij
stil staan
| |
57ze speelden
op de luchtbrug
bij 't station
keken
naar treinen
mensen puffende
locomotieven
hun moeder
had gezegd
je komt er niet
als zij
in handen vallen
van de werklui
doorzeefd
geschonden
waar het maar
even kon
wordt hij vervloekt
de strijd
maar de sirenen
geven al weer
veilig
|
|