Ontmoeting. Jaargang 16

[p. 125]

José Boyens
Mijn tederheden

Ik weet geen weg
met al mijn tederheden;
stop ze na kort beraad
maar in het plastic pakhuis
van mijn matgroene hoop,
speciaal hiervoor ontworpen.

Vanuit mijn kleine uitkijkpost
zie ik ze leven
in dit goudgroen luchtledig,
nog korte tijd bedreven
in het rekken van hun bestaan,
met vegeteren evenredig.

De waterplanten strekken
steriel en militair de leden:
eresaluut bij hun begrafenis.
Kwistig komen de rottingsschimmels aan,
dekken barmhartig het vergeefs bestaan
van wie niet minder zinloos overleden.