geen te zijn. Waarschijnlijk zullen de gereformeerde gemeenten (politiek de S.G.P.) het cijfer sterk beïnvloed hebben. Er is een andere psychische trek die mij aansprakelijk lijkt voor deze aarzeling: een secundaire, bijna zou ik zeggen, een tertiaire trek. Men wacht tot de kat uit de boom valt. Schrijver dezes, ontegenzeggelijk gereformeerd, is misschien wel quartair. Ook in de toekomst gebeurt er nog van allerlei.
Maar dit is een ernstige zaak. Waarbij zij aangetekend dat ernst, net als humor, altijd uit de hoek achter onze rug komt.
Er is een andere, bloedeloze, ernst, waarbij de belangen van de overtuigde lezer of kijker op het spel staan. Zij gunnen elkaar het licht in de ogen en in het kastje niet. Die ernst doet niets.
De andere? Merkwaardig, dat het vandaag in klimmende mate om een geheel gaat. Niet hoe gedraagt de enkeling, de particulier, zich, maar hoe gedraagt zich de groep en dat geheel dat uit de meest uiteenlopende groepen - geen enkele statisch - bestaat. Daar komt het C.B.S. in actie, en het C.P.N.B., daar gaat het om publiciteit en daar belichten cijfers verhoudingen. Alleen die cijfers spreken die niet geïsoleerd gebruikt worden. Die dus een bepaald verloop laten zien.
Maar ik zou dan toch voor ruimte willen pleiten, ruimte voor wat niet in getallen is uit te drukken, of hoogstens in cijfers achter de komma, waar het zichzelf ontkent en daarmee de humor binnen de getallenkring brengt. Druk het lezen eens uit t.o.v. het slapen. Er zijn daar grenzen gesteld die men makkelijk overschrijdt. Het geringe laat zich statistisch niet verwerken, het glipt tussen de getallen door.
Daar is nu de radio. Het ongeluk van deze machtige instelling is dat zij nog niet in de kleine getallen beland is.
Anders wordt het zodra men het gesproken woord voor de radio in getallen wil uitdrukken. Had de V.P.R.O. het niet moeilijk met zijn strijd voor het gesproken woord? De N.C.R.V. daarentegen slaat een goed figuur met haar 10 minuten per week voor literaire critiek, waarvan dan nog maar een deel betrekking heeft op regelrechte literatuur. Daar komt de cultuur in decimalen, de rechte verhouding, die nu als een boemerang naar het getroffen medium terugkeert.
Wij, in ons literaire hoekje, moesten de radio maar eens proberen te troosten. Minoriteit die wij zijn - nauwelijks gesubsidieerd en wij weten dat - hebben wij geleerd in de luwte te leven, waar grote getallen er niet op aan komen. Wij hebben plezier in een nieuwe abonné en voelen ons verkoren, als iemand naar ons geluisterd heeft om circa 11 uur. Achter de komma, daar kunt u ons vinden. Daar is onze microcosmos. Omdat ook die wereld nog in getallen uit te drukken is, hebben wij ook daar onze fantomen. Hoe zou een mens die ooit ontvluchten? Maar zij zijn te overzien. Wij zouden zelfs onderdak kunnen verlenen aan de verguisde radio. Maar nu is ze nog te groot voor ons.