Ontmoeting. Jaargang 15(1961-1962)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] Elisabeth Cheixaou Psalm 45 Het voorrecht om een lied te mogen zingen van hem, de schoonste aller stervelingen, een koning, glanzende van morgenlicht, geeft gloed en geestdrift aan mijn lofgedicht. Gezegende, uw lippen vormen woorden welluidender dan lief'lijke accoorden; door uw bezonnen, zuiv're spreken trilt een Godsgenade, bovenmens'lijk mild. Omgord u held, voor recht en waarheid strijdend, hoogopgericht de legerwagens leidend, ootmoedig als een goddelijke knecht, wint g'uw voorspoedig zwaard- en pijlgevecht. Die welbewust en honend God verlaten, moet gij met heel de smart der reinen haten; wie naar u vraagt in 't duister van de tijd, ontdekt de zon van uw gerechtigheid. God heeft u lief! Doorgeurd van zijne vreugden zal bruidsmuziek uw minnaarshart verheugen, toewaaien als een veelbelovend lied, aleer gij de voor u getooide ziet. Tussen het blinken der ivoren wanden vindt gij voornamen uit uw beider landen, wacht u met heilig, hunk'rend ongeduld de koningsdochter, van uw komst vervuld. Prinses, wie kan uw schoonheid zo begeren als hij, die u in liefde wil regeren? Erken hem als de u geschonken heer, buig u in hoog verwachten voor hem neer. Wat gij verlaat, hij zal u blijdschap schenken, uw ziel vervullen, uw jonkvrouw'lijk denken. Al 't zijne, dat u eerbiedsvol ontmoet, brengt u een ongedroomde overvloed. [pagina 294] [p. 294] Hoe heerlijk is de bruid van Israëls koning! In bont borduursel nadert zij zijn woning. Gehuld in 't leliesierlijk goudbrokaat, schrijdt zij hem toe in haar genadestaat. Omgolfd door vrolijk volgende vriendinnen, gaat zij haar vorstelijke taak beginnen, haar roeping volgen, welbewust en wijs, in het doorjubeld, feestelijk paleis. De zonen uwer liefde zullen later de plaatsvervangers worden van hun vader, in kracht en adeldom aan hem gelijk, voortbouwen aan zijn groeiend koninkrijk. Mijn eigen leven wil ik aan u wijden: aan d'allernaaste, d'onbekende heiden zal ik vertellen van uw heerlijkheid, tot zij u loven, vrij en dienstbereid. Vorige Volgende