Ontmoeting. Jaargang 14(1960-1961)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 275] [p. 275] Jan ter Horst De ingehouden gemoedsbeweging van de wind verraad in het geruis van een blad zijn rusteloze natuur. Hij tobt over de bladeren in de bomen, zoveel tegenspraak zoveel loslippig zijn, dat hij huilt aan de snaren van de zangerige draden van de telefoonpalen, de telefoonpalen met hun gemoeds-bezwaren over al dit wedervaren. In een ongeduldig toevertrouwen op de hoeken van de straten waait het wispelturige. Het anders zo stille middaguur, waardige middaguur, heeft met haar verstandhoudingen van geheimen. Zij haspelen over de haperende kar, over de onrust van een enkele koe. De wind is als een draailustige jongen in de klas van de dorpsonderwijzer. Hij wordt er even stiller van wanneer de aanwijsstok van de wijzer niet aan het uur voorbij kan gaan, dat er geen woord van kan blijven, dat niets voor immer blijft bestaan. Vorige Volgende