Ontmoeting. Jaargang 13

[p. 287]

Nora Petit
Elegie voor een stem

1

alleen met het woord dat ontglipt
ben ik arm als een mens kan zijn
het ogenblik valt door de vingers
en ik weet niet waar het blijft

de ster in de vangboom
de nacht in de huizen opzoekend
de slaapwandelaar in zijn droom

wie is in mij de vreemdeling
die opziet naar zijn engel

[p. 288]

2

eindelijk komen we uit onze woorden tevoorschijn
nog mager
wie zal het zeggen of dat het geluk is
langzaam veranderen onze dromen
wij zijn wakker uit het verleden
o het heden van de merel drie variaties lang

hoe kan ik duidelijk maken wat het is
geboren te worden in mei
met zachte kreten van het lichaam
met handgeroep

[p. 289]

3

nooit de smartstem smartstem verraden
die van de rivieren komt

wat weet het leven van dood zijn
van de lange weg naar het licht
uit smalle huizen de kamers
het smallere graf
en de bloeiwijze van de kornoelje
heeft ernst gemaakt met de ernst

[p. 290]

4

ook zij die ons kenden de doden
wat hebben zij ons te zeggen
hoe kunnen wij hen bereiken
zonder lichaam slapend
hoe zouden wij hen herkennen
terwijl zij warm in de aarde
ons oor bewaart hun stamelen
zij hebben tijd van leven

[p. 291]

5

waardevol is het uit stenen brood te maken
leven met het kwaad van de adem
nieuwe betekenis krijgen
dood en taal voor de gewonde
een mens zonder meer
een leefwaardig bestaan verlangt hij
en niet minder

[p. 292]

6

het is voldoende geleefd te hebben
een jongere god een prins
smorgens de boom in en savonds
savonds het nest blijft open