Ontmoeting. Jaargang 12(1958-1959)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 279] [p. 279] Okke Jager Er zij niets ik sluit mijn ogen voor de botsing komt er is geen ruimte meer voorhanden al heb ik mij uiterst klein gemaakt een stofje aan de weegschaal van Gods recht een druppel aan de emmer van de zondvloed ik ben al op de rand van ongeboren mijn woorden keerden terug tot in de kreet ik heb mijn ogen reeds naar huis geroepen en mijn verlangen staat in mij gekromd maar alles wordt meelevend om mij heen kom voor de dag de zesde de zesde is te laat voor mij het licht is niet meer in te halen ik zoek de ruimte vóór het licht het zet mij messen op de keel het drijft mij in het nauw van lichaam lichademnood de stilstaande dingen dringen mij bruut achteruit door te bestaan de tijd komt zelfs van beide kanten en schuift mij ongevraagd naar voren om zich te dekken tegen zichzelf ik stoot mij aan de engelen die mij dragen opdat ik mij niet stoten zou alles is steen en een ander brutaal als de beul zegt ik zoals ik alles moest niet mogen Vorige Volgende