Ontmoeting. Jaargang 12(1958-1959)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 178] [p. 178] Jan H. de Groot Herfstblad en Don Quichote Ik zag u bij mijn stam aan deze tafel zitten wat achteruit gezakt de voeten uit elkaar. Twee holle, zwarte gaten staarden roerloos naar drie pruimedanten op een bord met dertien pitten. Uw Rosinante viel tegen zijn huid en haar en ik liet los van liefde, dwaalde op uw witte uw knekelwitte hand die mij wilde bezitten en ik werd eerlijk goud onder uw grijpgebaar. Het was zo stil dat 't knappen van uw onderkaak een schot leek en ziedaar het schot was zeldzaam raak uw hart brak toen 't geluk u in de wacht wou slepen. De wind der molentocht jaagt mij nu over 't braak hoogland van uw verlangen, zonder kraak of smaak en voorbestemd om vruchteloos naar u te dwepen. Vorige Volgende