minee wint het bij mij in meer dan een opzicht van de slaplendige onderwijzer Jaap Hendrik, de ‘ik’ van deze nieuwe roman, die zijn levensverhaal aan ‘een denkbeeldige vriend’ schrijft.
Primo ben ik er natuurlijk niet aan ontkomen aan die denkbeeldige vriend gestalte te willen geven, hetgeen mij uiteraard niet gelukt is. Maar goed - de romantechniek is moeilijk. De ene keer slaag je wat beter dan de andere keer.
Secundo - en dat is mijn hoofdbezwaar tegen deze, overigens puntig geschreven korte roman - heeft de schrijfster het voor mij niet kunnen waarmaken waarom die Jaap Hendrik, toen het tij voor hem toch wel zéér gunstig was, zich zijn jeugdvriendinnetje niet tot vrouw heeft genomen.
Natuurlijk is het voor de lezer, en meer nog voor de kriticus, gevaarlijk, zich, bij de beoordeling van een verhaal, te laten beïnvloeden door sympathie voor of afkeer van een der hoofdpersonen.
Ik heb, om mij zelf te controleren, zo hier en daar eens steekproeven genomen bij mensen die dit boek hadden gelezen. De uitkomst was doorgaans dezelfde.
Kort gezegd: Jo van Dorp heeft voor mijn besef die lamlendigheid van Jaap Hendrik niet voldoende aannemelijk kunnen maken. Om aannemelijk te zijn als romanfiguur, had hij nog veel lamlendiger moeten wezen. Ik geloof dan ook dat de schrijfster deze figuur psychologisch niet voldoende heeft doorgrond, althans aan wat haar voor de geest stond, niet die gestalte heeft kunnen geven dat ook de lezer in hem zou kunnen geloven.
Dit is dan wel mijn voornaamste bezwaar, waarbij ik slechts terloops noem dat aan zo'n kinderafspraakje op een zendingstentoonstelling in dit verhaal wel een zéér zwaar accent is gegeven.
Voor het overige biedt dit boek dezelfde kwaliteiten als het reeds genoemde Dominee in Laodicea. Jo van Dorp neemt geen blad voor de mond. Zij kijkt scherp door farizeïsme en fraseologie heen. Zelfs aan de toon waarin dit verhaal is geschreven komen de meeste onzer gerenommeerde schrijfsters niet toe. Dat zij er niettemin aan ontkomt zich te verliezen in uitzichtloos negativisme, valt zeker als een belangrijk winstpunt te beschouwen.
P.J.R.