Ontmoeting. Jaargang 12(1958-1959)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 169] [p. 169] Okke Jager Binnenkort alle dagen doen hun best om de jongste te worden totdat het per ongeluk lukt de Heer komt op een woensdagmorgen in november vanachter het grijze gordijn van oud-worden of op een vrijdagmiddag achter in april tussen de appelbloesems van jong-zijn een onderwijzer wil nog even de les afmaken tot de bel maar prompt komen alle deelsommen uit op nul de Heer spreekt Zijn Troonrede uit op de wolken er zullen huizen gebouwd worden waar niet een ander woont belastingen worden verhoogd totdat alles van God is leve de Koning! roept de aartsengel mij niet gezien zegt de oeroude Adam maar de bergen willen niet op hem vallen omdat ze huppelen voor de ogen van de Heer en de heuvels helpen hem niet omdat ze handenklappen naar omhoog en de zee wil hem niet meer met open armen ontvangen maar zij snelt achteruit tot achter zichzelf en de massa wil hem niet opnemen omdat God ze verbrokkelt tussen Zijn vingers hij grijpt het altaar waar David is dood en meer dan Salomo staat in de lucht hij loopt voor zijn leven achter de dood aan maar de dood had het al aan zien komen hij zegt god mag mij verdoemen maar bedoelt van niet. Engelen dalen als een sneeuwbui op de spoorlijn de machinist trekt aan de noodrem als een koster met Kerstmis aan het klokketouw zelfs de boekhouder houdt het niet meer Marsbewoners! roept de omroeper Maar vele journalisten zullen de laatsten zijn vogels stijgen op ter begroeting de anemonen in Israël herkennen Hem nog van toen een kerkorgel begint uit zichzelf of niemand ziet de engel die er achter zit en speelt er mislukt nog voor het laatst een operatie omdat de dokter wegloopt naar het raam [pagina 170] [p. 170] en met gummi handschoenen zwaait naar God een kind speelt gewoon door even in de lucht en dan weer op aarde het laatste woord van de graaf was: wij gaan aan tafel de leeuw uit zijn wapen eet stro in de stal een man werpt een vrouw in de rivier maar tussen de brug en het water wordt zij veranderd en zij valt nieuw en naakt op de droge grond twee vrouwen maken voeringen in linkermouwen de een wordt verworpen en de ander aangenomen de doodsgraver legt de krans recht en zegt dit is het einde van deze plechtigheid de dominee zoekt nog een psalm bij zijn preek het moet erbij passen zegt hij hardop en meteen past alles bij alles. Vorige Volgende