eerste deel van de verfilming van Kirsts bestseller, niet euvel geduid mogen worden, dat een aantal mensen, na dit vervolg gezien te hebben, tot de conclusie zal komen, dat het Duitse leger in de grond van de zaak toch niet de zwijnentroep was, waarvoor we het lange tijd hielden. Ik geloof nl. - maar ook dit is uiterst subjectief - dat de maker van deze film alleen maar heeft willen aantonen, dat ieder leger altijd een zwijnentroep is.
De Amerikaanse ambassadeur in Italië is ook bang geweest voor een dergelijke bewustzijnsvernauwing met betrekking tot de Italiaanse bezoekers van de film Blackboard jungle, welke op uiterst indringende wijze bepaalde misstanden op bepaalde Amerikaanse scholen behandelt. Haar advies Blackboard jungle niet in Italië uit te brengen grondde zij op de overweging dat men in het buitenland wel eens het idee zou kunnen krijgen, dat de hier getekende toestanden normaal zouden zijn in haar geboorteland.
Heeft dan de maker van een film niet een bepaalde verantwoordelijkheid voor de inhoud van zijn product? Kan hij dus iedere situatie op het witte doek brengen, zonder zich zorgen te maken over de eventuele reacties bij de toeschouwer?
Tot deze vraag worden we geïnspireerd door het jongste werk van Henri-Georges Clouzot, Les Diaboliques. Clouzot, bekend door zijn vroegere werken Quai des Orfèvres, Manon, doch vooral door Le salaire de la peur is typisch een man, die zich weinig aan anderen gelegen laat liggen.
De geschiedenis speelt zich af in een jongensinternaat, geleid door madame Delasalle, die zich echter geheel heeft te onderwerpen aan de wil van haar man, een bruut, die bovendien nog een verhouding heeft met een lerares. Hetgeen madame Delasalle weet.
De hele film draait in de grond om de moord die de beide vrouwen op initiatief van de bovengenoemde lerares op monsieur Delasalle plegen en de gevolgen die deze misdaad in beider levens heeft.
Clouzot heeft zelf, na de première van zijn film o.m. het volgende gezegd:
‘Les Diaboliques heeft in Frankrijk een bijna verbijsterende première beleefd. Ik ben de critici zeer erkentelijk voor de importantie, die zij mijn film hebben toegeschreven, ik ben zeer trots op de ruimte, die de pers eraan heeft gegeven. Zo ik al - als iedereen - de voorkeur geef aan loftuitingen, aan de andere kant weet ik ook te berusten in critische aanmerkingen of zelfs uitroepen van verontwaardiging.
Toch is mijn vreugde vermengd met verwondering: men heeft wel eens gezegd, dat ieder succes te danken is aan een reeks van misverstanden. Ik weet het. Ik weet ook, dat niets in mijn films uiteindelijk die vorm krijgt, zoals ik die in mijn verbeelding voor mij heb gezien. Dat de marge, die er bestaat tussen het scenario en de montage, gedurende het opnemen van de film zich nog steeds vergroot. Ik weet dat mijn oorspronkelijke ideeën niet bestand zijn tegen de mogelijkheden, die zich voordoen en waarvan ik iedere dag in de studio profiteer.