Ontmoeting. Jaargang 9(1955-1956)– [tijdschrift] Ontmoeting– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] Muus Jacobse Slaap Hij ligt zo zalig in zijn eigen rijk Geborgen bij zijn dieren en zijn poppen, Zijn slapend hoofdje naast hun stijve koppen. Hij keert zich af, als ik zijn haren strijk. Ik houd zijn leven in mijn handen vast. Zijn tegendruk is in mijn vingertoppen. Ik voel zijn hartje diep en verend kloppen, Omspannen door zijn kleine ribbekast. O klein, weerbarstig toegewijd bestaan, Jij was ook warm en vol tegen mij aan, Maar jij werd ver en niet meer te bereiken. Je lag met dichte oogjes, wit en zacht. Ik heb je opgetild en weggebracht. Je dieren zaten er stil naar te kijken. Vorige Volgende