Verbeelding als belijdenis (V)
J.W. Schulte Nordholt
Opgestaan uit de Doden
De jubel van Pasen, zoals men er van leest in verslagen over de Russische kerk, zoals men het hoort in een lied als de Negro-Spiritual
‘The angel rolled the stone away.
‘Twas on a bright and shiny morn
When the trumpet began to sound’
die uitbundige glorie van de Paasmorgen, zij is een geliefkoosd onderwerp geworden van zoveel schilders. Het graf is dan zelden de spelonk in de rots, waarvan de archeologen ons met zoveel nauwkeurigheid weten te vertellen hoe hij er uit zag en die dan door illustrators van kinderbijbels zo onnoemelijk vervelend precies wordt nagetekend, omdat zij de moed niet hebben om met het Bijbelse verhaal werkelijk om te gaan en het midden onder ons te stellen. Werkelijke kunstenaars hebben met al die Palestijnse couleur locale, Arabieren en kruiken en witte huizen, niets van doen. En als zij het graf schilderen dan is het een zerk van dodelijk gewicht, maar afgewenteld. In het brevier van Martin d'Aragon uit het einde der dertiende eeuw bevindt zich het hierbij afgebeelde miniatuur. De triumfantelijke vreugde van het gebeuren staat er op. En misschien is het juist de naieve onbeholpenheid waarmee de Middeleeuwse schilder te werk is gegaan die het geheel zo veroverend vrolijk maakt. Daar is dan dat graf, midden in een bolwerk, met een beetje natuur er uit brekend en de vergulde achtergrond verdringend, daar zijn die slapende wachters, gewoon mensen, gewoon te klein voor wat er gebeurt en daar, middenin, verrijst Jezus Christus, het vaandel geheven, en de morgenwind steekt op, helderder dan ooit.
Men moet met deze kinderlijke openheid eens de gesloten compositie vergelijken van het fresco uit Borgo San Sepolcro. In dat stille plaatsje middenin Umbrië is de schilder Piero della Francesca geboren, en al is zijn grote werk overal verspreid, in zijn geboortestad heeft hij dit fresco geschilderd, haar naam ter ere. Piero is één van de eersten die op wetenschappelijke wijze te werk gingen, hij heeft zelfs een boek geschreven over de vijf regelmatige lichamen. Bekijkt men een schilderij als dit goed, dan kan men er allerlei figuren in onderscheiden, nauwkeurige driehoeken van b.v. de top van het vaandel, van het hoofd van Christus, van de punt van zijn knie enz. naar beneden. De wonderlijke bekoring van Piero's werk, pas in onze tijd zo populair geworden, ligt, geloof ik, in de ingehouden, ik zou haast zeggen, de gestolde emotie, die zijn werken iets weerbarstig groots geeft. In zijn boek over de schilder heeft Kenneth Clark opgemerkt dat de Christus van dit schilderij niet de opgestane Heer uit de Bijbel is. Alles gebeurt hier in een doodse stilte, het landschap zwijgt, geen wind