Ontmoeting. Jaargang 7(1953-1954)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 119] [p. 119] Cor J. Nobel Trouwbericht Noem mij de namen niet, niet nu het avond wordt, en nacht; mij heeft zich geen als bruid gedacht, geen peluw ooit mij samen ziet. Noem mij de namen niet. - Er was een stem, die zong en zong, naar snel vergeten glorie dong; een overoud en triestig lied. Een lied zo oud, zo grijs en oud, zo oud wel als de wereld is; hoe schaarse vreugd bij zwaar gemis, door elk gekend, met geen vertrouwd. Alleen een stem, die zingt en zingt, te breken weldra in een snik; nooit hij of wij, alleen maar ik, alleen een stem, die zingt en zingt. Verstorven schoot, eens bloei-bereid, versmade borsten, sterk en rond, te reiken aan een kleine mond, een kleine mond, die vraagt en schreit. O weelden, die ik nooit verwierf, en metgezel, die nimmer kwam, en maagdom, die geen man mij nam; o zaad, dat in mijn schoot verstierf. Vorige Volgende