Ontmoeting. Jaargang 7(1953-1954)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] G. Pleiter Terug Het licht verrimpelde de sloten en in de bomen regende de zon, over een wijder water zwierven nog de grote vogels en de boten. Moe van het lopen en het kijken, moe van de zon en van de warme wind, moest ik tenslotte wel de plek bereiken die ieder eenmaal in het leven vindt: ik lag weer bij het gras en bij de bloemen en voelde weer de warmte van de grond; en in de zon een blinken en een zoemen: zingend en blij dreven insecten rond. Moe van 't ontkennen en het ondervinden moe van het praten en het horen, moest ik tenslotte wel de plek hervinden en er was niets veranderd of verloren. Vorige Volgende