Ontmoeting. Jaargang 5

[p. 241]

[Ontmoeting 1951, nummer 7]

C. Vermeer
De drieduizend op het Pinksterfeest

De drieduizend op het Pinksterfeest,
die verwonderd zijn toegelopen,
ze hebben plotseling onder de open
hemel als verdwaasden gestaan;
door het vuur van het woord geschroeid,
tot een nieuw verlangen opengebloeid,
duiz'lend en niet te weerstaan,
zijn zij opgenomen in het vloeien
van een zuivere, drijvende wind,
een weerloos gelovend kind
voorbij het woekrend bloeien
van een tijd die was ondergegaan,
eenzaam, verbitterd en blind,
aan zijn late, onsterflijke waan.

Want zij hebben het woord herkend
recht naar hun wezen gewend;
recht door het vruchtwater van de droom
waarin zij onbestemd en loom
dreven in de schoot van de tijd,
heeft het woord hen uit de stilte bevrijd
van een antwoordloze beslotenheid,
riep het hen weg uit de dood;
in een nieuwe geboorte opgestaan,
zijn zij ver uit hun eenzaamheid
gegrepen tot de gemeenzaamheid
van een eeuwig, Godd'lijk verstaan.