Ontmoeting. Jaargang 5

[p. 219]

G. Boogaard
Verdronken jongetje

Hij speelde met zijn vriendje aan het water,
omdat het zomer en vacantie was.
Het beeld van Meester en de tweede klas
lag weggedoken in een wazig later.

Hij zag de schepen naar de haven drijven,
de botters en de tjalken, en genoot,
toen tegen twaalven zich de Urker boot
bedachtzaam langs den lagen steiger vleide.

Over een wal van uitgeladen kisten
sprong hij zijn vriendje achterna.
Toen hij van 't dekzeil af in 't water gliste,
gaf niet eens een schreeuw en zonk weldrá.

De golven sloten zich als zware deuren
en niemand wist waarom het moest gebeuren.