Verenigingsnieuws en personalia
Het Jonge Geluid
Het in het vorige nummer van dit tijdschrift aangekondigde weekend mag, afgaande op de verzekeringen der deelnemers, zeer geslaagd worden genoemd. Het heeft ook de organisatoren veel voldoening gegeven.
Allermeest omdat hiermede een begin van samenwerking tot stand kwam met andere verwante groeperingen. Deze bereidheid tot samenwerking vormt voor de werkgroep van Het Jonge Geluid een sterke stimulans tot het voortzetten van het werk, dat zij op zich heeft genomen. Met name is de morele steun van een figuur als de heer C. Rijnsdorp, op dit weekend tot uitdrukking komend door zijn causerie ‘Christelijke Levensstijl’, voor een beweging als die van Het Jonge Geluid van zeer veel betekenis.
Ook de aanwezigheid en de medewerking van de dichteressen Lidy van Eijsselsteijn, Anna Mertens en Inge Lievaart en de auteurs Aart Romijn en D. van der Stoep gaven blijk van de bereidheid tot samenwerking van de zijde der kunstenaars en de waarde, die men in deze kring aan de actie van Het Jonge Geluid, mits in goede banen geleid, hecht. In overeenstemming met de doelstelling van Het Jonge Geluid is ook aan ontluikende talenten op het programma van dit weekend een plaats ingeruimd.
Zij brachten eigen werk onder de titel ‘De vierde generatie’.
Daar tijdens het weekend meerdere malen gevraagd werd naar de herkomst van deze benaming, is het wellicht goed voor een min of meer uitvoerige uiteenzetting te verwijzen naar het November-no. 1948 van het blad ‘Op den Uitkijk’, waarin de heer P.A. Hekstra hierover een artikel schreef.
Volledigheidshalve zij hieraan toegevoegd, dat de samenstellers van het programma aan de benaming ‘De vierde generatie’ een ruime interpretatie hebben willen geven.
Behalve de dichteres Jeannet Grimm, de schrijfster Gé Verhoog en de auteur Jan Stout, begrijpen zij hieronder ook Marianne Colijn als voordrachtkunstenares en de pianist Niek Verkruisen.
Het weekend droeg ditmaal een overwegend literaire inslag. Zoals echter blijkt uit de eerste publicatie in het vorige nummer van dit blad, wil Het Jonge Geluid aandacht schenken aan het gehele terrein van cultuur en kunst.
Het was in dit verband zeer verheugend, dat ook de pianist Marinus Voorberg medewerking verleende.
Aan goede en frisse samenzang gaf Dick v.d. Berg op vlotte wijze leiding.
Zich bewust van het feit, dat in het werk van Het Jonge Geluid onvermijdelijk nog veel onvolkomenheden aanwezig zijn, zou de leiding het zeer op prijs stellen opbouwende critiek te ontvangen van de deelnemers aan dit weekend, terwijl zij zich tevens gaarne openstelt voor suggesties ten aanzien van de voortzetting van het J.G.-werk door ieder, die hierin belang stelt.
Met nadruk willen wij tot deelneming aan het werk der kernen aansporen.
Steun uit kunstenaarskringen zal ook hierbij op hoge prijs worden gesteld.
Er zijn reeds kernen of mogelijkheden tot kernvorming in de plaatsen: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Vlaardingen, Leiden, IJmuiden, Alkmaar, Groningen, Zwolle, Sneek, Ermelo, Utrecht, Hilversum, Goes en Eindhoven. Hun, die hierover inlichtingen wensen, verzoeken wij te schrijven naar onderstaand landelijk correspondentieadres. Tengevolge van de vele werkzaamheden, verbonden aan de organisatie van het weekend, is andere correspondentie even blijven liggen. Deze zal zo spoedig mogelijk worden behandeld. Onze nieuwe campagne zal er op gericht zijn in de eerste plaats het landelijk contact te verstevigen en de kernvorming met kracht te stimuleren.
Er is daarbij een dringende behoefte aan belangstellenden die bekwaam en bereid zijn leiding te geven.
Gaarne zouden wij contact krijgen met hen, die zich hiervoor beschikbaar willen stellen. Namens de Centrale Commissie: Do van der Sloot, Linnaeuskade 5 bv, Amsterdam-O.