Ontmoeting. Jaargang 2(1947-1948)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 433] [p. 433] [Ontmoeting 1948, nummer 10-11] Lidy van Eijsselsteijn Van den nachtvlinder De kleine vlerk van Uw verlangen slaat gansch den avond aan mijn raam, in de betoovering gevangen die vloeit uit licht en warmte saam. Gij werpt in sidderend begeeren wild en gejaagd de wieken uit, en tusschen U en Uw ontbeeren is deze dunne wand: de ruit, waardoor het licht in transparanten over Uw grauwe vleugels glijdt, en koel zijn heldere vierkanten den nachtelijken tuin insnijdt. ‘Zuster, die in dit licht moogt leven, luister, ik roep door den nacht Uw naam, zie mijn extase, zie mijn beven, zuster, open, open Uw raam!’ ‘Vlinder, mijn kleine zuster vlinder, hoe ware het licht, waarin gij gelooft, wanneer Uw verlangen het zou vinden ten éénenmale U uitgedoofd! Het reet de toppen van Uw vleuglen, het nam U op in vuur en pijn...’ ‘Zuster, mijn zuster, luister, o luister, zie dit leed wil doorleden zijn - [pagina 434] [p. 434] Ziek van onrust en verterend versmachten rek ik de vlerken uit, en tusschen U en mij dit weren en tusschen mij en dit de ruit... Beter in licht en vuur te sterven dan, de moegevlogen vleugels saam, in hunkering en nacht te derven - Open, open Uw raam.’ Vorige Volgende