Ontmoeting. Jaargang 2(1947-1948)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 193] [p. 193] [Ontmoeting 1948, nummer 5] Margreeth Woltjes De vogels zijn mij goed gezind... De vogels zijn mij goed gezind... Een kind komt met mij praten... Maar 't hart, dat mij vandaag bemint? Het moet mij morgen haten. Een mens, tot eenzaamheid gedoemd, zwerft eenzaam door de straten. Wie mij vannacht de liefste noemt zal eenmaal mij verlaten. Eens heeft een vriend mij vergezeld langs onvermoede paden. Ik heb daar een geheim verteld aan wie mij zou verraden. Wie mij vanavond begeleidt om vriendschap of voor zaken, zal met zijn buur te zijner tijd zich om mij vrolijk maken. Ik ken U. Ik verwacht niet veel van wie mij eer bewijzen. Al valt Uw woning mij ten deel, al reikt ge mij Uw spijzen. De vogels zijn mij goed gezind... Een kind komt met mij praten... Wie mij alléén aan U verbindt is God, Die ons moest haten. Ik moet mij bergen bij Zijn Kruis. U zal ik daar ontmoeten. En God zal in het laatste Huis ons als Zijn Kind'ren groeten. Voor Jo Ypma Vorige Volgende