Ontmoeting. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Ontmoeting– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] A. Miedema De zondebok 1946 Er stonden boven het ravijn twee sterren in de maneschijn. Ze zagen je bewogen aan want op je wangen blonk een traan. De sparren ruisten in de nacht, die hadden troost voor je bedacht: Een seinlicht op een witte paal gaf een verheven, groen signaal. Daar reed een troosteloze trein de monding binnen van 't ravijn en wagens gleden af en aan; het was een lange karavaan van dieren met gekromde rug als slaven zwart en stom en stug en ieder torste zijne vracht van zware zonden door de nacht. Zij droegen naar een paars verschiet, met doffe dreun, een zwaar verdriet. Toen werd het stil. Een leeg ravijn lag zalig in de maneschijn en zalig lag je wit gezicht naar sterren, maan en God gericht. Vorige Volgende