Ontwaking & Nieuw Leven. Nieuwe reeks. Jaargang 10

Maandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap

[p. 266]

Bekoring

Ik doolde bang door alle kaamren van mijn droom
Ik vond noch d' eenzaamheid, noch u...

D' een had uw loom

gebaar, en d' andre uw zachten lach, en d' andre liet
de wimpers laag over uw oogen van verdriet,
van huivrende begeerte, o vrouw, en allen dongen
als overvolle schalen om mijn milden lust,...
O vrouw, ik heb in eigen woning niet gerust,
ik ben beangst in dezen vreemden nacht gedrongen.

En 'k vind noch d' eenzaamheid noch U...

De maan ligt traag

in weeke wolken, 'lijk een maagd ontwaakt voor 't dagen,
die, peinzend in den nacht, de rijpe borsten weegt;
de lucht is zwaar en zwoel van geur; de wind beweegt
de donkre boomen, die de dolle bloesems dragen,
maar 't loover ruischt niet.

Slechts mijn bloed, mijn bloed gonst staêg.

J.F. VAN HEES.