Segher Rabauw.
Yace aqui el hidalgo fuerte,
Que á tanto extremo llegó
De valiente, que se advierte
De su vido con su muerte.
Dees epitaphium, dat Sanson Carrasco wou plaatsen boven de grafsteê van Don Quijote de la Mancha, - dit glorieuze, op Spaanschen bodem geteelde zinnebeeld van den onbaatzuchtigen riddergeest, - zou een passend grafschrift zijn voor den vermoorden vader van de ‘Escuela Moderna’.
Want ook Hij, die ginds, op de hoogte van Montjuich, in het plechtig stervensuur, vol vertrouwen in de toekomst van zijn levenstaak, kalm en waardig tot de soldaten sprak, wier moordende geweren op zijn edele borst waren gericht:
‘Hijos mios, apuntad bien! No ténéis la culpa. Soy inocente. Viva la Escuela Moderna...!’
Want ook Hij - wiens laatste woorden vol vergiffenis waren voor de gedwee-onbewuste werktuigen zijner moordenaars en vol hoop in de toekomst - ook Hij was zoo een Ridder als waarvan Carrasco spreekt, een Ridder sterk en koen, bij wiens sterven de dood niet zegepraalt over het leven...
Ferrer's dood heeft hem, integendeel, onsterfelijk gemaakt!
Zijn heerlijk leven zij ons een voorbeeld. Zijn heldendood zij ons tot les. Maar bovenal zijn nagedachtenis zij