Ary Delen.
Enkele lijnen slechts... mijn felste, mijn meest blijvende indrukken van woede, verontwaardiging en ergernis, van medelijden ook!
Van medelijden... want ik weet niet wat het meest bedroevend was in deze ontzettende zaak: de gewilde en koud- berekende moord op Ferrer, den strijder om eene gedachte, den heraut van een grootsch menschelijk ideaal, ofwel het hopeloos-diepe verval waarin Spanje, het fierkrachtige land van Cervantes en Velasquez, gezonken was.
Het eerste wekte woede en verontwaardiging, het tweede medelijden. De hatelijke bende sluipmoordenaars en grootinkwisiteurs met aan hun hoofd de griezelige marionet, de akelige kwezelaar Alfonso XIII., konden wij knarsetandend verachten en vervloeken; maar om het sukkelige, suffe Spaansche volk, wiens moed en wilskracht gesmoord lag in veel bloed, en geknakt was door aanhoudenden nijpenden honger, daarover konden wij slechts weenen, want een volk dat de kracht niet meer heeft zich tegen zijne beulen te verzetten en zich de bloedechels van 't lijf te schoppen, is ten ondergang, gedoemd.
Ergernis ook konden wij voelen toen in ons eigen Vlaanderen, door jeugdige menschen de nagedachtenis van Ferrer werd verdacht gemaakt, of allerminst zijn edel doel betwijfeld. Hoe edel en hoe jong! Zij zelfs die op iederen stond den grootschen naam der vrijheid op hun lippen hadden, die zich gekrenkt voelden voor een aanslag op hunne eigendommelijkheid, zij stoven niet op in verontwaardiging, zij werden niet bleek bij 't vernemen