wilden herstellen, zaten intusschen niet stil. Zij zijn de vertegenwoordigers van de demokratische bewoners van het zuiden, die zich nooit wrijwillig hebben onderworpen. Maar eigenlijk is dit herstel maar een leuze, want zooals iemand zei: ‘wij revolutionairen, als wij zeggen: “Ts'ing wegslagen, Ming herstellen”, dan denken wij daarbij het Chineesche volk vrij te maken en het zijn eigen lot in hand geven’. Het is blijkbaar te doen om eene geheele maatschappelijke omwenteling.
Het aantal jongelieden, dat na den Russisch-Japaanschen oorlog in Japan ging studeeren, nam steeds toe. Tegen 591 in 1904, bedroeg het 2406 in 1905 en zelfs 8620 in 1906, terwijl ook een aantal Chineesche meisjes van 16 tot 24 jaar uit het zuiden naar Japan gaan om daar onderwijs te krijgen en die daardoor blijk gaven van een sterk onafhankelijkheidsgevoel.
Er bestaat volgens dien schrijver een effectieve revolutionaire partij, waarvan zekere dokter Swen-Yi-Sien, ook wel Swen-wen of in Cantonsch dialekt Sioen-Yat-Sin genoemd, de ziel uitmaakt. Hij was grootmeester van het genootschap der ‘Drie punten’ en werd zelfs in 1896 door lieden van de Chineesche legatie in Engeland opgepakt, welke avonturen hij zelf beschreef onder den titel: ‘Kidnapped in London’ (Geroofd te Londen).
Deze ontwikkelde zijn denkbeelden in een brochure, ook door Charles B. Maybon uitgegeven onder den titel: ‘La véritable solution de la Question Chinoise’ (de ware oplossing der Chineesche kwestie), en in een redevoering in 1907, te Tokio gehouden, ter herdenking van de oprichting van het blad ‘Ming pao’, die door 5000 toehoorders werd bijgewoond. Hij behandelde daarin: 1° de rassenstrijd; 2° de leer van het soevereine volk en 3° het